Vertaal
Naar andere talen: • fruta > DEfruta > ENfruta > FR
Vertalingen fruta ES>NL

la fruta

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['fɾuta]

fruto comestible de algunos árboles o plantas, generalmente de sabor dulce - fruit
Mi fruta preferida es la sandía. - Mijn favoriete fruit is watermeloen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la fruta (v) het fabrikaat ; het fruit ; het maaksel ; het ooft ; het product ; de vrucht (v)
fruta fruit
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `fruta`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aguacate
ES: albaricoque
ES: ananás
ES: banana
ES: cereza
ES: ciruela
ES: drupa
ES: fruta de hueso
ES: fruta de pepitas
ES: fruto