Vertaal
Naar andere talen: • frivolidad > DEfrivolidad > ENfrivolidad > FR
Vertalingen frivolidad ES>NL

la frivolidad

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fɾiβoli'ðað]

1) cualidad de superficial o de falta de seriedad - oppervlakkigheid
Su frivolidad arruinó su relación laboral. - Zijn oppervlakkigheid heeft hun werkrelatie verpest.

2) hecho o dicho característico de este tipo de personas - onbenulligheid
No fue a la reunión por no escuchar frivolidades. - Hij is niet naar de vergadering geweest om geen onbenulligheden te hoeven aanhoren.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la frivolidad (v) de frivoliteit (v) ; hupsheid (znw.) ; de ijdelheid (v) ; de ijdeltuiterij (v) ; lichthartigheid (znw.) ; de lichtzinnigheid (v) ; de luchthartigheid (v) ; de onbesuisdheid (v) ; de ondiepte (v) ; de oppervlakkigheid (v) ; de overmoed (m) ; de roekeloosheid (v) ; de vermetelheid (v) ; de waaghalzerij (v) ; de wuftheid (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `frivolidad`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: arrojo
ES: atrevimiento
ES: audacia
ES: coqueteo
ES: coquetería
ES: fatuidad
ES: insignificancia
ES: ligereza
ES: liviandad
ES: menudencia