Vertaal
Naar andere talen: • fracaso > DEfracaso > ENfracaso > FR
Vertalingen fracaso ES>NL

el fracaso

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fɾa'kaso]

1) resultado opuesto al esperado - mislukking
Su proyecto es un fracaso. - Zijn project is een mislukking.

2) suceso adverso - mislukking
El divorcio era la prueba de su fracaso matrimonial. - De echtscheiding was het bewijs van de mislukking van zijn huwelijk.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el fracaso (m) de knak (m) ; het vastlopen ; stuklopen (znw.) ; de slapte (v) ; de slapheid (v) ; de onjuistheid (v) ; de misser (m) ; misschot (znw.) ; de mislukking (v) ; de mislukkeling (m) ; de malaise (v) ; de knik (m) ; het kneusje ; de afgang (m) ; de inzakking (v) ; incorrectheid (znw.) ; fout (znw.) ; de flop (m) ; de flater (m) ; het fiasco ; de feil ; de faling (v) ; de enormiteit (v) ; het echec ; de blunder (m)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `fracaso`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aplanamiento
ES: atasco
ES: bache
ES: baja
ES: bajones
ES: barbaridad
ES: caballete
ES: caída
ES: chasco
ES: chivo