Vertalingen examen ES>NL
el examen
zelfst.naamw.
1) evaluación de alguien o de algo con el fin de conocer sus características -
onderzoek | El médico realizó un examen a su paciente. - De arts onderzocht zijn patiënt. |
2) prueba escrita u oral para demostrar los conocimientos en determinada área -
examen | examen de matemática - wiskunde-examen |
 examen de conciencia
(=meditación atenta sobre la conducta propia con relación a ciertos principios) - zelfbeschouwing
El condenado realizó un examen de conciencia. - De veroordeelde ging bij zichzelf te rade.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| el examen (m) | de kennisneming (v) ; universitair examen (znw.) ; de toets (m) ; de test (m) ; het tentamen ; de repetitie (v) ; het proefwerk ; de overhoring (v) ; het onderzoek ; de ondervraging (v) ; de navorsing (v) ; de keuring (v) ; de inspectie (v) ; de exploratie (v) ; het examen ; het eindexamen ; de bestudering (v) |
| examen | analyse ; revisie ; proef ; productief maken ; onderzoek ; inspectie ; controle |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `examen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: análisisES: cataES: consultaES: controlES: cuestionarioES: ejercicioES: encuestaES: ensayoES: estudioES: estudios
