Vertalingen evaporar ES>NL
I evaporar
werkw.
1) transformar en vapor un cuerpo líquido o sólido -
(doen) verdampen el sol evapora el agua - de zon doet het water verdampen |
2) hacer desaparecer algo como si fuera vapor -
doen verdwijnen Sus palabras evaporaron nuestras ilusiones. - Zijn woorden deden onze illusies verdwijnen. |
II evaporarse
werkw.
desaparecer de la vista de los demás -
wegglippen Los invitados se evaporaron después del escándalo. - De genodigden glipten weg na het schandaal. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
evaporar (ww.) | tot damp worden (ww.) ; verdampen (ww.) ; vervliegen (ww.) ; vervluchtigen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `evaporar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: condensarES: espesarES: evaporarseES: volatilizar