Vertaal
Naar andere talen: • Evangelio > DEEvangelio > ENEvangelio > FR
Zie ook: evangelio

Vertalingen Evangelio ES>NL

el evangelio

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [eβan'geljo]

1) libro del Nuevo Testamento que relata la vida y enseñanzas de Jesús religie - evangelie
El Nuevo Testamento posee cuatro evangelios. - Het Nieuwe Testament heeft vier evangeliën.

2) conjunto de estos cuatro libros religie - evangelie
El evangelio está compuesto por los evangelios sinópticos y el evangelio de Juan. - Het evangelie bestaat uit de beknopte evangeliën en het evangelie van Johannes.

3) doctrina de Jesús religie - evangelie
predicar el Evangelio - het evangelie prediken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el Evangelio (m) het evangelie
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Evangelio`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: Antiguo y Nuevo Testamento
ES: Biblia
ES: Escritura
ES: Sagrada Escritura