Vertaal
Naar andere talen: • estaca > DEestaca > ENestaca > FR
Vertalingen estaca ES>NL

la estaca

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [es'taka]

1) palo con punta para clavar en la tierra - paal
reponer las estacas del cerco - de palen van het hek vervangen

2) palo grueso y fuerte usado como bastón - knuppel
Se defendió del carterista con su estaca. - Hij verdedigde zich met zijn knuppel tegen de zakkenroller.

3) rama que se planta para que arraigue y se haga árbol - loot
una estaca de peral - een loot van een perenboom

4) comentario mal intencionado - steek onder water
Me clavó una estaca llena de cinismo. - Hij gaf me sarcastisch een steek onder water.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la estaca (v) de haring (m) ; de heipaal (m) ; staak ; tenthaak (znw.)
estaca afrasteringspaal ; dampaal ; paal ; piket ; staak ; stek ; wortelstek
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `estaca`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: asta
ES: báculo
ES: bastón
ES: cayado
ES: columna
ES: estaquilla
ES: gancho de tienda
ES: garrota
ES: garrote
ES: jalón