Vertaal
Naar andere talen: • escandalizar > DEescandalizar > ENescandalizar > FR
Vertalingen escandalizar ES>NL

I escandalizar

werkw.
Uitspraak:  [eskandali'ɑuaɾ]

provocar confusión o gran enfado - choqueren
escandalizar a las autoridades - de autoriteiten choqueren


II escandalizar

werkw.

hacer ruido en exceso - een schandaal veroorzaken
escandalizar con una fiesta - een schandaal veroorzaken met een feest


III escandalizarse

werkw.
Uitspraak:  [eskandali'ɑuaɾse]

mostrar indignación real o fingida ante una actuación contraria a la moral - zich ergeren
Se escandaliza cuando llega el novio a buscar a su hija. - Hij is geërgerd als zijn dochter wordt opgehaald door haar vriendje.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
escandalizar (ww.) aanrekenen (ww.) ; aanstoot geven (ww.) ; aanwrijven (ww.) ; blameren (ww.) ; choqueren (ww.) ; iemand iets verwijten (ww.) ; kwalijk nemen (ww.) ; schandaliseren (ww.) ; schokken (ww.) ; shockeren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `escandalizar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alborotar
ES: amanecer
ES: amonestar
ES: arrebatar
ES: causar escándalo
ES: dar escándalo
ES: desaparecer
ES: reprochar
ES: vocear