Vertaal
Naar andere talen: • encordar > DEencordar > ENencordar > FR
Vertalingen encordar ES>NL
encordar (ww.) aan elkaar binden (ww.) ; aaneenbinden (ww.) ; knopen (ww.) ; samenbinden (ww.) ; samenknopen (ww.) ; verbinden (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `encordar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abotonar
ES: abrochar
ES: atar
ES: encordelar
ES: poner cuerdas