Vertaal
Naar andere talen: • empobrecer > DEempobrecer > ENempobrecer > FR
Vertalingen empobrecer ES>NL

empobrecer

werkw.
Uitspraak:  [empoβɾe'ɑueɾ]

1) hacer que una persona o población sea pobre - verarmen
La guerra empobreció al país. - De oorlog heeft het land arm gemaakt.

2) hacer que una cosa tenga menos valor o calidad - verslechteren
Abaratar los costos empobreció la calidad de los productos. - Het verlagen van de kosten heeft de kwaliteit van de producten verslechterd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
empobrecer (ww.) verarmen (ww.) ; verpauperen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `empobrecer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: arruinar
ES: empobrecerse
ES: hundir