Vertalingen elemento ES>NL
I el elemento
zelfst.naamw.
1) parte integrante de una cosa material o inmaterial -
onderdeel un elemento decorativo - een decoratief onderdeel |
2) medio en que vive un ser -
omgeving Los cambios en el elemento afectan a las especies. - De veranderingen in de omgeving hebben schadelijke gevolgen voor de species. |
estar en el propio elemento (=estar en una situación o ambiente de comodidad) - in zijn element zijn
En el trabajo estoy en mi elemento. - Op mijn werk ben ik in mijn element.
|
3) componente social de una agrupación humana -
factor En nuestra compañía hay muchos buenos elementos. - Ons bedrijf heeft veel goede sociale elementen. |
4) persona, en una valoración positiva o negativa -
sujet Bonito elemento tienes de vecina. - Je buurvrouw ziet er goed uit! |
5) cada una de las fuerzas naturales geschiedenis -
element El fuego es uno de los cuatro elementos. - Het vuur is een van de vier elementen. |
6) sustancia que no se puede descomponer en otra más sencilla -
element un elemento físico - een fysiek element |
II el elementos
zelfst.naamw.
1) fuerzas naturales, en especial las atmosféricas -
natuurkrachten La meteorología no puede predecir la furia de los elementos. - De meteorologie kan de strijd van de natuurkrachten niet voorspellen. |
2) principios básicos de una ciencia o arte -
grondbeginselen conocer algunos elementos de física cuántica - enkele grondbeginselen van de kwantumnatuurkunde kennen. |
3) medios necesarios para una actividad -
(hulp)middelen elementos de cocina - keukenhulpmiddelen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el elemento (m) | de element (m) ; de roede ; de pik (m) ; de piemel (m) ; de penis (m) ; de lul (m) ; de lidmaat ; het lid ; de factor (m) ; het basismateriaal ; het basiselement |
elemento | (N)-entiteit ; netwerkelement ; item ; element ; constructie-element ; condensatorelement ; cel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `elemento`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: afiliadoES: aspectoES: baseES: bielaES: circunstanciaES: componenteES: componente principalES: constituyenteES: cosaES: ente