Vertaal
Vertalingen ejercer el poder ES>NL
ejercer el poder (ww.) gezaghebben (ww.) ; heersen (ww.) ; macht uitoefenen (ww.) ; overheersen (ww.) ; regeren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `ejercer el poder`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: dominar
ES: imperar
ES: predominar
ES: prevalecer