Vertaal
Naar andere talen: • dimitir > DEdimitir > ENdimitir > FR
Vertalingen dimitir ES>NL

dimitir

werkw.
Uitspraak:  [dimi'tiɾ]

dejar un cargo o puesto de trabajo - ontslag nemen
El director dimitió. - De directeur nam ontslag.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
dimitir (ww.) aftreden (ww.) ; ontslag nemen (ww.) ; terugtrekken (ww.) ; uittreden (ww.) ; zich terugtrekken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `dimitir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: cesar
ES: dimitir del cargo
ES: dimitir su cargo
ES: presentar la dimisión
ES: renunciar a un cargo
ES: retirar
ES: retirarse
ES: retroceder