Vertalingen dar golpes ES>NL
dar golpes (ww.) | iemand treffen (ww.) ; vellen (ww.) ; treffen (ww.) ; tikken (ww.) ; slaan (ww.) ; rammen (ww.) ; raken (ww.) ; omhakken (ww.) ; kloppen (ww.) ; kappen (ww.) ; aankloppen (ww.) ; iemand raken (ww.) ; houwen (ww.) ; hakken (ww.) ; een klap geven (ww.) ; bomen kappen (ww.) ; beuken (ww.) ; beroeren (ww.) ; aantikken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dar golpes`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: adoptarES: alcanzarES: aporrearES: azotarES: batirES: conmoverES: cortar arbolesES: dar golpecitos en una puerta o ventanaES: dar martillazosES: dar un golpe