Vertaal
Naar andere talen: • cría > DEcría > ENcría > FR
Vertalingen cría ES>NL

la cría

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['kɾia]

1) alimentación y cuidado que recibe un recién nacido - zogen
época de cría - zoogperiode

2) animal recién nacido que todavía es cuidado por sus padres dierkunde - jong
La leona jugaba con sus crías. - De leeuwin speelde met haar jongen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la cría (v) de cultuur (v) ; de voortplanting (v) ; voortbrenging (znw.) ; de verbouw (m) ; de teelt ; de reproductie (v) ; het kweken ; jong gedierte (znw.) ; het gespuis ; de fokkerij (v) ; de fok (m) ; het broed ; de aanplant (m) ; het aankweken ; de aankweek (m) ; aanfok (znw.)
cría bijenbroedsel ; wasraat met eieren ; veeteelt ; opfok ; fokken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `cría`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: cachorro
ES: criatura
ES: hijo