Vertalingen cría ES>NL
la cría
zelfst.naamw.
1) alimentación y cuidado que recibe un recién nacido -
zogen época de cría - zoogperiode |
2) animal recién nacido que todavía es cuidado por sus padres dierkunde -
jong La leona jugaba con sus crías. - De leeuwin speelde met haar jongen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la cría (v) | de cultuur (v) ; de voortplanting (v) ; voortbrenging (znw.) ; de verbouw (m) ; de teelt ; de reproductie (v) ; het kweken ; jong gedierte (znw.) ; het gespuis ; de fokkerij (v) ; de fok (m) ; het broed ; de aanplant (m) ; het aankweken ; de aankweek (m) ; aanfok (znw.) |
cría | bijenbroedsel ; wasraat met eieren ; veeteelt ; opfok ; fokken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `cría`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: cachorroES: criaturaES: hijo