Vertaal
Naar andere talen: • cargo > DEcargo > ENcargo > FR
Vertalingen cargo ES>NL

el cargo

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['kaɾγo]

1) puesto que ocupa una persona en un empleo - functie
cargo de gerente - functie van hoofd

2) responsabilidad de una persona o institución determinada - zorg
a cargo del banco - ten laste van de bank

3) delito que se imputa a alguien juridisch - beschuldiging
cargo de robo - beschuldiging van diefstal
uitdrukking a cargo de
uitdrukking hacerse cargo

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el cargo (m) de bezigheid (v) ; de werkzaamheid (v) ; het vrachtgoed ; de vracht ; de lading (v) ; de karrenvracht ; de inspanning (m) ; de inscheping (v) ; inlading (znw.) ; de functie (v) ; de cargo (m) ; de betrekking (v) ; de beschuldiging (v) ; de belading (v) ; de arbeid (m) ; het ambt ; het ambacht
cargo ambtstermijn ; tenlastegelegd feit ; persdeksel ; mandaat ; functie
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `cargo`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: actividad
ES: acusación
ES: camionada
ES: carga
ES: cargamento
ES: carretada
ES: colocación
ES: deber
ES: deber del ciudadano
ES: delación