Vertaal
Naar andere talen: • capaz > DEcapaz > ENcapaz > FR
Vertalingen capaz ES>NL

capaz

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ka'paɑu]

1) que es apto para realizar cierta tarea - bevoegd
capaz de conducir un auto - bevoegd om auto te rijden

2) que puede atreverse a cierta cosa - in staat
Es capaz de convencerlo. - Hij is in staat om hem te overtuigen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
capaz capabel ; vaardig ; kundig ; knap ; intelligent ; handig ; geschikt ; geoefend ; ervaren ; doorkneed ; competent ; bekwaam ; behendig ; bedreven ; aantrekkelijke ; de ; te ; om ; mogelijkheid ; in staat ; hebben
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `capaz`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: afilado
ES: agudo
ES: aprovechado
ES: apto
ES: atractivo
ES: bien amasado
ES: bonito
ES: buen mozo
ES: calificado
ES: capacitado