Vertalingen atardecer ES>NL
I el atardecer
zelfst.naamw.
momento del día en que termina la tarde y comienza la noche -
vallen van de avond un atardecer de verano - het vallen van een zomeravond |
II atardecer
werkw.
terminar la tarde -
schemeren Cuando atardece, salimos a caminar. - Als het gaat schemeren, gaan we wandelen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el atardecer (m) | de deemstering (v) ; de donkerte (v) ; de duisternis (v) ; de schemertijd (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `atardecer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: anochecerES: claroscuroES: crepúsculoES: luz crepuscularES: ocasoES: penumbraES: puesta del sol