algo - Vertaling Spaans-Nederlands

Naar andere talen: • algo > DE • algo > EN • algo > FR

Vertalingen algo ES>NL

I algo

bijwoord

Uitspraak:

[ˈalγo]

un poco - een beetje

Está algo interesado en política. - Hij is een beetje geïnteresseerd in de politiek.

pronoun

1) indica una cosa indeterminada - iets

buscar algo para abrigarse - iets zoeken om zich warm in te pakken

2) indica una cantidad indeterminada y pequeña - een beetje

ganar algo de dinero - een beetje geld verdienen
algo así (=una cosa parecida, aproximada) - zoiets Se llamaba Laura, o algo así. - Ze heet Laura of zoiets.
algo es algo (=se utiliza para indicar que una cantidad pequeña también tiene cierto valor) - beter iets dan niets No hemos recaudado mucho dinero, pero algo es algo. - We hebben niet veel geld ingezameld, maar beter iets dan niets.
por algo (=por alguna razón) - om een bepaalde reden Por algo lo dijo. - Om een bepaalde reden heeft hij het gezegd.

Overige bronnen

algo	een paar ; enig ; enige ; enkele ; lichtelijk ; shit ; sommige ; wat ; een beetje ; enigszins ; iets ; ietwat

Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm

Voorbeeldzinnen met `algo`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

ES: a medias
ES: alguna cosa
ES: cierta
ES: en cierta medida
ES: incompletamente
ES: poco
ES: un par de
ES: un poco
ES: un tanto
ES: unos