Vertaal
Naar andere talen: • agente > DEagente > ENagente > FR
Vertalingen agente ES>NL

I agente

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [aˈxente]

1) persona que tramita algo en nombre y beneficio de otro - vertegenwoordiger
agente de negocios - handelsvertegenwoordiger

2) empleado público que vela por la seguridad - agent
agente de policía - politieagent

3) persona que realiza una actividad por parte de un organismo determinado - medewerker
agente fiscal - medewerker van de belastingdienst
agente de espionaje - spion
uitdrukking agente comercial
uitdrukking agente doble

4) persona que trabaja en una agencia que presta servicios - agent
El agente de turismo consiguió excelentes pasajes. - De medewerker van het reisbureau heeft uitstekende tickets kunnen krijgen.


II el agente

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [aˈxente]

cosa que produce cierto efecto - factor
El viento es un agente erosivo. - Wind is een eroderende factor.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
agente (m) f (politieagent)
el agente (m) de agent (m) ; de agente (v) ; de bemiddelaar (m) ; de diender (m) ; de gerechtsdienaar (m) ; intermediair (znw.) ; de konstabel (m) ; de politieagent (m) ; politieagente (znw.) ; de tussenpersoon (m)
agente agens ; agent ; functionaris ; makelaar
Bronnen: de ~ (m); interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `agente`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: agente comercial
ES: agente de cambio
ES: apoderado
ES: comisionado
ES: comisionista
ES: corredor
ES: corredor de bolsa
ES: corredor de buques
ES: corredor de casas
ES: corredor de fincas