Vertalingen aflicción ES>NL
la aflicción
zelfst.naamw.
1) sentimiento de tristeza o angustia -
droefheid | aflicción por la muerte de un ser querido - droefheid door de dood van een geliefd iemand |
2) molestia o sufrimiento físico -
overmanning | aflicción por una enfermedad - overmanning door een ziekte |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la aflicción (v) | de neerslachtigheid (v) ; de zwaarmoedigheid (v) ; de wrangheid (v) ; de wanhoop ; de vertwijfeling (v) ; het verdriet ; de smart ; de rouw (m) ; de radeloosheid (v) ; pijn ; de bedroefdheid (v) ; lijden ; de kwel ; het kruis ; de kommer (m) ; gedeprimeerdheid (znw.) ; de ergernis (v) ; de droefheid (v) ; het chagrijn ; de bitterheid (v) |
Bronnen: interglot; WikipediaVoorbeeldzinnen met `aflicción`
Voorbeeldzinnen laden....
