Vertaal
Naar andere talen: • añadir > DEañadir > ENañadir > FR
Vertalingen añadir ES>NL

añadir

werkw.
Uitspraak:  [aɲaˈðiɾ]

1) agregar y unir una cosa a otra - toevoegen
añadir azúcar a la mezcla - suiker toevoegen aan het mengsel

2) agregar una aclaración, decir algo más - bijvoegen
Explicó el error y añadió una disculpa. - Hij legde de fout uit en voegde er een excuus aan toe.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
añadir (ww.) erbij optellen (ww.) ; voltallig maken (ww.) ; toevoegen (ww.) ; toeleggen (ww.) ; tappen (ww.) ; serveren (ww.) ; schenken (ww.) ; optellen (ww.) ; intappen (ww.) ; inschenken (ww.) ; extra betalen (ww.) ; erbij voegen (ww.) ; erbij tellen (ww.) ; completeren (ww.) ; bijtellen (ww.) ; bijrekenen (ww.) ; bijleggen (ww.) ; bijgieten (ww.) ; bijdoen (ww.) ; aanvullen (ww.) ; aansluiten (ww.)
añadir adde ; voeg toe ; toevoegen ; bijvoegen
Bronnen: interglot; De Spaanse keuken; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `añadir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acrecentar
ES: adjuntar
ES: agregar
ES: ampliar