Vertalingen añadir ES>NL
añadir
werkw.
1) agregar y unir una cosa a otra -
toevoegen añadir azúcar a la mezcla - suiker toevoegen aan het mengsel |
2) agregar una aclaración, decir algo más -
bijvoegen Explicó el error y añadió una disculpa. - Hij legde de fout uit en voegde er een excuus aan toe. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
añadir (ww.) | erbij optellen (ww.) ; voltallig maken (ww.) ; toevoegen (ww.) ; toeleggen (ww.) ; tappen (ww.) ; serveren (ww.) ; schenken (ww.) ; optellen (ww.) ; intappen (ww.) ; inschenken (ww.) ; extra betalen (ww.) ; erbij voegen (ww.) ; erbij tellen (ww.) ; completeren (ww.) ; bijtellen (ww.) ; bijrekenen (ww.) ; bijleggen (ww.) ; bijgieten (ww.) ; bijdoen (ww.) ; aanvullen (ww.) ; aansluiten (ww.) |
añadir | adde ; voeg toe ; toevoegen ; bijvoegen |
Bronnen: interglot; De Spaanse keuken; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `añadir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acrecentarES: adjuntarES: agregarES: ampliar