Vertaal
Naar andere talen: • viudo > DEviudo > ENviudo > FR
Vertalingen viudo ES>NL

I viudo, -da

bijv.naamw.
Uitspraak:  ['bjuðo, -ða]

que se le ha muerto el cónyuge y no ha vuelto a formar pareja - weduwe/weduwnaar zijn (geworden)
Mi tío se quedó viudo. - Mijn oom is weduwnaar geworden.


II el/la viudo, -da

zelfst.naamw.

persona a quien se le ha muerto el cónyuge y no ha vuelto a formar pareja - weduwnaar , weduwe
La viuda de la esquina es una mujer muy retraída. - De weduwe die op de hoek woont is een zeer teruggetrokken vrouw.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el viudo (m) de weduwnaar (m)
viudo weduwnaar
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `viudo`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: superviviente
ES: viuda