Vertalingen vicio ES>NL
el vicio
zelfst.naamw.
1) hábito de una persona que es perjudicial o se considera moralmente malo -
slechte gewoonte | Fumar es un vicio muy dañino. - Roken is een zeer schadelijke gewoonte. |
2) entrega desmedida a los placeres sexuales -
wellust | Se entregó al vicio. - Hij heeft zich overgegeven aan de wellust. |
3) costumbre de hacer algo que resulta difícil de dejar -
verslaving | Iba todas las noches al cine de puro vicio. - Hij ging iedere avond naar de film uit pure verslaving. |
4) imperfección de una cosa que altera su esencia -
gebrek | El documento tiene vicios de forma. - Het document heeft vormelijke gebreken. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| el vicio (m) | de boef (m) ; de fielt (m) ; de ondeugd (v) ; de schobbejak (m) ; de schurk (m) ; de verdorvenheid (v) ; zedelijke slechtheid (znw.) ; de zonde (v) |
| vicio | gebrek ; onvolkomenheid |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vicio`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: canallaES: chincheES: criminalES: delincuenteES: desalmadoES: frescoES: granujaES: granujitaES: malapiezaES: pillete
