Vertalingen vello ES>NL
el vello
zelfst.naamw.
1) pelo corto y suave que crece en algunas de sus partes -
lichaamsbeharing El bello de su brazo era finísimo, casi imperceptible. - De lichaamsbeharing op zijn arm was heel fijn, bijna onwaarneembaar. |
2) pelusa corta y suave de ciertas plantas y frutos -
haartjes el vello del durazno o melocotón - de haartjes van de perzik |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el vello (m) | de dons ; het nesthaar |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vello`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bigoteES: bozoES: cabelloES: melenaES: mostachoES: pelajeES: peloES: pelusa