Vertaal
Naar andere talen: • talón > DEtalón > ENtalón > FR
Vertalingen talón ES>NL

el talón

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ta'lon]

1) parte posterior del pie humano anatomie - hiel
Le dolía el talón al caminar. - Hij had pijn aan zijn hiel bij het lopen.
uitdrukking pisar los talones
uitdrukking el talón de Aquiles

2) parte del calzado o de una media que recubre el talón del pié clothing - hiel
Las medias siempre se desgastan en el talón. - Kousen verslijten altijd aan de hielen.

3) documento extendido a una persona para que retire una suma de dinero de la cuenta bancaria del firmante financieel - cheque
Rechazaron el talón por falta de fondos. - Ze hebben de cheque geweigerd vanwege een gebrek aan middelen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el talón (m) de hiel (m) ; de cheque (m)
talón kalk ; vanglijst ; tandhiel ; talon ; strook ; stootkant ; slof ; scheve bodem ; afknotting ; kaaskorst ; hiel van de band ; hiel ; hak ; gewelfd randprofiel ; CAO (Afkorting) ; bodemafronding ; bankcheque ; bandhiel
Bronnen: Trueterm; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `talón`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: boleta
ES: bono
ES: cheque
ES: cheque a la orden
ES: cheque al portador
ES: cheque bancario
ES: cheque cruzado
ES: cheque de pago
ES: cheque de viaje
ES: cheque de viajero