Vertalingen salida ES>NL
la salida
zelfst.naamw.
1) paso del interior de un lugar al exterior -
uitgang salida de emergencia - nooduitgang |
2) partida de un lugar -
vertrek La empresa de transporte tiene salidas nocturnas. - Het vervoersbedrijf heeft nachtelijke vertrekken. |
3) excursión o viaje de corta duración -
uitje una salida de compras - een winkeluitje |
4) punto de partida -
afslag la salida de una carrera - de afslag van een hoofdweg |
5) ocurrencia aguda y original -
grappige opmerking Tienes unas salidas muy divertidas. - Je maakt grappige opmerkingen. |
6) modo con el que se soluciona una dificultad -
uitweg No hallo la salida a mis problemas. - Ik vind geen uitweg voor mijn probleem. |
7) posibilidad de ser vendido de un producto -
aftrek Los zapatos tienen muy poca salida. - De schoenen hebben zeer weinig aftrek. |
8) posibilidad favorable que ofrece algo -
kans salida laboral - werkkans |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la salida (v) | het vertrek ; de afreis ; de afrit (m) ; de afvaart ; het afvaren ; de exodus (m) ; het hulpmiddel ; het redmiddel ; de ressource ; de uitgang (m) ; de uitloop (m) ; de uitrit (m) ; de uittocht (m) ; het uitvaren ; de uitweg (m) |
salida | uitvoeren ; zonsopgang ; vlucht ; vertrek ; output ; afrit ; afvoerbuis ; dodelijke afloop ; exitus letalis ; het verlaten ; invoegstrook ; luisterpost ; operationele vlucht ; afgaand veld ; plaats van uitstroming ; uitbarsting ; uitgang ; uitlaat ; uitloop ; uitstroomopening ; uittree ; uitvoer |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `salida`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aberturaES: accesoES: arbitrioES: cifra de ventasES: comienzoES: comunicaciónES: desinenciaES: desplazamientoES: entradaES: escapatoria