Vertalingen payaso ES>NL
el/la payaso, -sa
zelfst.naamw.
1) artista de circo que vestido ridículamente hace reír al público -
clown El payaso hizo reír a grandes y chicos. - De clown maakte groot en klein aan het lachen. |
2) persona que hace reír a los demás con sus bromas -
grapjas Mi compañero de oficina es un payaso. - Mijn collega van kantoor is een grapjas. |
3) persona que hace el ridículo -
hansworst No quiero hacer el payaso. - Ik wil niet de hansworst uithangen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el payaso (m) | de olijkerd (m) ; de uilenspiegel (m) ; de stinkerd (m) ; de snaak (m) ; de schertsfiguur ; de schalk (m) ; de rakker (m) ; de potsenmaker (m) ; de pierrot (m) ; de pias (m) ; de paljas (m) ; de onnozelaar (m) ; de boef (m) ; mallerd (znw.) ; komiek (znw.) ; idioot (znw.) ; de harlekijn (m) ; de guit (m) ; de grappenmaker (m) ; galgentronie (znw.) ; de galgenbrok ; dwaas (znw.) ; de deugniet (m) ; de clown (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `payaso`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: apestosoES: arambelES: asquerosoES: bromistaES: burroES: canallaES: cerdoES: chifladoES: chocarreroES: clown