Vertaal
Naar andere talen: • mago > DEmago > ENmago > FR
Vertalingen mago ES>NL

el/la mago, -ga

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['maγo, -γa]

1) persona que tiene por oficio practicar trucos de magia - goochelaar
Desde chico me cautivan los espectáculos de los magos. - Van kleins af aan ben ik in de ban van de voorstellingen van goochelaars.

2) persona que conoce y practica ciencias ocultas - tovenaar
un mago de oriente - een tovenaar uit het Oosten

3) persona muy exitosa en una actividad - uitblinker
un mago de los negocios - een uitblinker in de handel

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el mago (m) de duizendkunstenaar (m) ; de goochelaar (m) ; goochelaarster (znw.) ; iemand die goochelt (znw.) ; de illusionist (m) ; de kunstenmaker (m) ; de magiër (m) ; de tovenaar (m)
Bronnen: interglot; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `mago`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: artista
ES: bruja
ES: brujo
ES: genio
ES: hechicero
ES: ilusionista
ES: mágico
ES: nigromante
ES: sibilino