Vertalingen luz ES>NL
la luz (v) | de flakkering (v) ; het vuurtje ; verlichtingstoestel (znw.) ; de schittering (v) ; de schijn (m) ; de lichtsterkte (v) ; het lichtje ; het licht ; het levenslicht ; de lantaarn ; de lamp ; de klaarheid (v) ; de helderheid (v) ; het geflikker ; de flikkering (v) |
luz | boring ; zichtbare straling ; vuur ; vrije-etagehoogte ; veld ; smeergaatje ; seinlicht ; overspanning ; oliegaatje ; licht ; lasvenster ; laspoortje ; gaslicht ; draagpaalafstand ; daglichtopening |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `luz`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: brilloES: centelleoES: chispeoES: claridadES: claroES: destelloES: esplendorES: faroES: faro delanteroES: farol