Vertaal
Naar andere talen: • hotel > DEhotel > ENhotel > FR
Vertalingen hotel ES>NL

el hotel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [o'tel]

establecimiento comercial en el cual pueden alojarse los viajeros - hotel
Nos alojamos en un hotel de cuatro estrellas. - We logeerden in een viersterrenhotel.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el hotel (m) de herberg ; het hotel ; het hotelbedrijf
hotel hotel
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `hotel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: albergue
ES: casa de huéspedes
ES: empresa hotelera
ES: fonda
ES: hospedería
ES: hostal
ES: industria hotelera
ES: internado
ES: mesón
ES: motel