Vertaal
Naar andere talen: • galleta > DEgalleta > ENgalleta > FR
Vertalingen galleta ES>NL

la galleta

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [gaeta]

1) masa de harina, azúcar y huevos horneado en pequeños trozos culinair - biscuit
Me encantan tus galletas de chocolate. - Ik ben gek op je chocoladekoekjes.

2) pan sin levadura horneado dos veces culinair - beschuit
Las galletas marineras duran mucho tiempo en los viajes marítimos. - Het scheepsbeschuit gaat lang mee tijdens de zeereizen.

3) golpe en el rostro - klap
Le dio una galleta al niño que molestaba. - Hij gaf het kind dat zat te vervelen een klap.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la galleta (v) de beschuit ; de biscuit (m) ; het biscuitje ; het biskwietje ; het kaakje ; kleine kaak (znw.) ; de koek (m) ; het koekje
galleta broodje ; koek ; lamellendeuvel ; stukkolen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `galleta`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: barquillo
ES: bizcocho
ES: oblea
ES: pastel