I fuerte

bijv.naamw.

Uitspraak:

['fweɾte]

1) que tiene resistencia - stevig

tejido fuerte - stevige stof

2) que tiene fuerza física - sterk

brazos fuertes - sterke armen

3) que tiene fuerza de voluntad y valentía para afrontar situaciones adversas - sterk

mujer fuerte - sterke vrouw

4) que tiene poder - krachtig

moneda fuerte - krachtige munt

5) que está firme - solide

construcción fuerte - solide bouw

6) que es intenso - sterk

olor fuerte - sterke lucht

7) que puede molestar o lastimar los sentimientos de alguien - hard

Le dijo cosas fuertes. - Hij heeft harde dingen tegen hem gezegd.

8) que tiene buena salud - krachtig

anciano fuerte - krachtig oudje

9) que es muy duro - hard

crítica fuerte - harde kritiek

10) que tiene componentes dañinos - zwaar

remedio fuerte - zwaar medicijn

11) que tiene reacciones duras o agresivas - uitgesproken

Esta mujer tiene un carácter muy fuerte. - Deze vrouw heeft een zeer uitgesproken karakter.

12) que describe crudamente realidades violentas o inmorales - heftig

película fuerte - heftige film

13) que está fortificado - sterk

plaza fuerte - vesting

14) que es muy sólido en sus conocimientos - bedreven

Está fuerte en literatura. - Hij heeft veel kennis van literatuur.

II el fuerte

zelfst.naamw.
1) materia o disciplina en que alguien se destaca o tiene más habilidad - sterke kant

Su fuerte es la historia. - Geschiedenis is zijn sterke kant.

2) instalación militar - fort

Los indios atacaron el fuerte. - De indianen vielen het fort aan.

III fuerte

bijwoord
1) con intensidad o fuerza - hard

hablar fuerte - hard praten

2) con gran cantidad o intensidad - hard

llover fuerte - hard regenen

hacerse fuerte (=resguardarse en un lugar) - zich sterk maken Los soldados se hicieron fuertes en la trinchera. - De soldaten maakten zich sterk in de loopgraven.

pisar fuerte (=tener popularidad una persona o cosa) - een succes zijn Esta moda pisa fuerte. - Deze mode is een succes.

¡qué fuerte! (=se utiliza para manifestar asombro) - wat erg! ¡qué fuerte lo que has dicho! - het is heel heftig wat je hebt gezegd!

© K Dictionaries Ltd.

fuerte (znw.)	het sterke zijde ; het slot ; het kasteel ; de deurslot ; de citadel
fuerte (m)	f (luid)
fuerte	solide ; onderdrukt ; snerpend ; schril ; scherp ; schel klinkend ; schel ; robuust ; ridderslot ; ridderkasteel ; potig ; pittig ; opgekropt ; onverschrokken ; moreel sterk ; sterk ; sterke kant ; stevig ; stevig gebouwd ; stout ; stoutmoedig ; straf ; struis ; uit de kluiten gewassen ; verbeten ; verbitterd ; verkropt ; zwaar ; zwaargebouwd ; moedig ; bitter teleurgesteld ; blijvend ; breed ; dapper ; degelijke ; doordringend ; duurzaam ; duurzame ; felle ; ferm ; fiks ; flink ; fors ; fysiek sterk ; grimmig ; hardop ; met hoge snelheid ; met een krachtige uitwerking ; massief ; luid ; krachtig ; kloek ; keihard ; intensief ; intens ; indringend ; hoog ; heroïsch ; heldhaftig ; hard ; fors ; sterk ; fort

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm




ES: a gritos
ES: a lo ancho
ES: a voces
ES: acelerado
ES: acentuado
ES: acre
ES: activo
ES: agitado
ES: agresivo
ES: agrio