Vertalingen ciudad ES>NL
la ciudad
zelfst.naamw.
1) población cuyos habitantes se dedican a actividades comerciales, administrativas o industriales -
stad | París es una bella ciudad. - Parijs is een prachtige stad. |
2) conjunto de instalaciones y edificios destinados una actividad particular constructie -
complex | Dimos un paseo por la ciudad universitaria. - We hebben een wandeling gemaakt door het universiteitscomplex. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la ciudad (v) | de gemeente (v) ; de nederzetting (v) ; de stad (v) |
| ciudad | grote stad ; republiekstad ; stad ; stedelijke gemeente |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ciudad`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: capitalES: capital de provinciaES: metrópoliES: municipalidadES: municipioES: poblaciónES: urbe
