Vertalingen bobo ES>NL
I el/la bobo, -ba
zelfst.naamw.
persona de corto entendimiento, cándido o ingenuo -
sufferd El bobo se dejó engañar. - De sufferd liet zich bedriegen. |
II bobo, -ba
bijv.naamw.
que es de corto entendimiento -
dom © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bobo (znw.) | het uilskuiken ; de domkop (m) ; de goedzak (m) ; de goeierd (m) ; joris goedbloed (znw.) ; de kwast (m) ; de onbenul ; de risee (v) ; het rund ; de sufferd (m) ; het sufferdje ; de uil (m) |
el bobo (m) | vlerk ; vlegel ; lomperd ; de dwaas (m) |
bobo | schaapachtig ; verstandeloos ; stupide ; stom ; saai ; achterlijk ; afstompend ; geestdodend ; geesteloos ; infantiel ; kinderachtig ; kinderlijk ; leeghoofdig ; lullig ; mesjogge ; naief ; onbenullig ; onbezonnen ; boboharder ; stommeling ; oetlul ; lummel ; domoor |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `bobo`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abigarradoES: aburridoES: angeloteES: asnoES: borlaES: borregoES: borricoES: brochaES: buenazoES: burro