Vertaal
Naar andere talen: • aplazar > DEaplazar > FRaplazar > NL
Vertalingen aplazar ES>EN
aplazar (znw.)the doubt
aplazar (ww.)to brood over ; to defer ; to delay ; to deter ; to flunk ; to hesitate ; to linger ; to move ; to postpone ; to push ; to put off ; to tarry ; to waver
aplazar to adjourn
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `aplazar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aplazarse
ES: atrasar
ES: dejar en suspenso
ES: dejar para más tarde
ES: dejar para otro día
ES: demorar
ES: demorarse
ES: diferir
ES: ganar tiempo
ES: posponer

Alternatieve spelling of gebruik
Let op; `move` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels.
In UK-Engels gebruikt men `move house / move flat / etc.`
In US-Engels gebruikt men `move / move out`