Vertaal
Naar andere talen: • vestir > ENvestir > FRvestir > NL
Vertalingen vestir ES>DE
vestir (ww.) ankleiden (ww.) ; anlegen (ww.) ; anziehen (ww.) ; kleiden (ww.) ; sichanziehen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `vestir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: llevar
ES: llevar puesto
ES: ponerse
ES: revestir
ES: vestirse