Vertaal
Naar andere talen: • enfadar > ENenfadar > FRenfadar > NL
Vertalingen enfadar ES>DE
enfadar (ww.) behindern (ww.) ; benachteiligen (ww.) ; düpieren (ww.) ; schaden (ww.) ; schädigen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `enfadar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aburrir
ES: cabrear
ES: chinchar
ES: discriminar
ES: encolerizar
ES: enfurecer
ES: enojar
ES: enrabiar
ES: entorpecer
ES: estorbar