Vertaal
Naar andere talen: • cause > DEcause > EScause > FR
Vertalingen cause EN>NL

1 something or someone that produces an effect or result: “Having no money is the cause of all my misery.”
oorzaak

2 a reason for an action; a motive: “You had no cause to treat your wife so badly.”
reden

3 an aim or concern for which an individual or group works: “cancer research and other deserving causes”
zaak
to make (something) happen; to bring about; to be the means of: “What caused the accident?”
veroorzaken
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to cause aanrichten (ww.) ; verwekken (ww.) ; veroorzaken (ww.) ; teweegbrengen (ww.) ; reden (ww.) ; motivatie (ww.) ; motief (ww.) ; drijfveer (ww.) ; directe oorzaak (ww.) ; beweegreden (ww.) ; berokkenen (ww.) ; aanstichten (ww.) ; aanleiding (ww.) ; aandoen (ww.)
the causede oorzaak (v)
cause beleggen ; uitschrijven ; stichten ; maken ; laten doen ; laten ; houden ; doen
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `cause`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: basis
EN: bring
EN: create
EN: do
EN: effect
EN: end in
EN: exact
EN: explanation
EN: grounds
EN: impose

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: to make common cause NL: gemene zaak maken
EN: to show cause NL: (rechts)gronden naar voren brengen