1 (of animals) not tamed: “wolves and other wild animals.”
wild

2 (of land) not cultivated.
onbebouwd

3 uncivilized or lawless; savage: “wild tribes.”
wild

4 very stormy; violent: “a wild night at sea”
stormachtig, woest

5 mad, crazy, insane etc: “wild with hunger”
gek

6 rash: “a wild hope.”
ongefundeerd

7 not accurate or reliable: “a wild guess.”
in het wilde weg

8 very angry.
razend

'wildly (Bijwoord)

wild

'wildness (Zelfstandig naamwoord)

het wild zijn

'wildfire: spread like wildfire

(of eg news) to spread extremely fast.
zich als een lopend vuurtje verspreiden

'wildfowl (noun plural)

wild birds, especially water birds such as ducks, geese etc.
wild gevogelte

'wild-'goose chase

an attempt to catch or find something one cannot possibly obtain.
hopeloze onderneming

'wildlife (Zelfstandig naamwoord)

wild animals, birds, insects etc collectively: “to protect wildlife.”
dieren in het wild

in the wild

(of an animal) in its natural surroundings: “Young animals have to learn to look after themselves in the wild.”
in het wild

the wilds

the uncultivated areas (of a country etc): “They're living out in the wilds of Australia somewhere.”
wildernis

the Wild West

west

© K Dictionaries Ltd.

wild	bandeloos ; blindelings ; dolletjes ; enig ; in het wilde weg ; kokend ; lukraak ; ongetemd ; ruig ; ruw ; verwilderd ; wild ; woest ; ziedend ; niet-gestabiliseerd

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




EN: abandoned
EN: blustery
EN: crazed
EN: crazy
EN: delirious
EN: extreme
EN: fanatical
EN: feral
EN: frantic
EN: frenzied

EN: state of wild confusion NL: toestand van de grootste verwarring
EN: wild guess NL: gissing in het wilde weg
EN: wild nonsense NL: klinkklare onzin
EN: wild story NL: fantastisch verhaal
EN: drive wild NL: razend maken
EN: go wild NL: razend worden
EN: run wild NL: in het wild opgroeien of leven NL: verwaarloosd worden
EN: wild about NL: razend over of op
EN: wild with NL: dol van NL: woedend op
EN: wilds NL: ook: woeste gedeelten