Vertaal
Naar andere talen: • weigh > DEweigh > ESweigh > FR
Vertalingen weigh EN>NL

1 to find the heaviness of (something) by placing it on a scale: “He weighed himself on the bathroom scales”
wegen

2 to be equal to in heaviness: “This parcel weighs one kilo”
wegen

3 to be a heavy burden to: “She was weighed down with two large suitcases.”
wegen op

weight (Zelfstandig naamwoord)

1 the amount which a person or thing weighs: “He's put on a lot of weight (= got much fatter) over the years.”
gewicht

2 a piece of metal etc of a standard weight: “seven-pound weight.”
gewicht

3 a heavy object, especially one for lifting as a sport: “He lifts weights to develop his muscles.”
gewicht, last

4 burden; load: “You have taken a weight off my mind.”
gewicht

5 importance: “Her opinion carries a lot of weight.”
belang, invloed

1 to attach, or add, a weight or weights to: “The plane is weighted at the nose so that it balances correctly in flight.”
verzwaren

2 to hold down by attaching weights: “They weighted the balloon to prevent it from flying away.”
verzwaren

'weightless (Bijvoeglijk naamwoord)

not affected by the earth's gravity pull: “The astronauts became weightless on going into orbit round the earth.”
gewichtloos

'weightlessness (Zelfstandig naamwoord)

gewichtloosheid

'weighty (Bijvoeglijk naamwoord)

1 important: “a weighty reason.”
gewichtig

2 heavy.
zwaar

'weightily (Bijwoord)

gewichtig

'weightiness (Zelfstandig naamwoord)

gewicht

'weighing-machine (Zelfstandig naamwoord)

a (public) machine for weighing people, loads etc; a scale: “I weighed myself on the weighing-machine at the railway station.”
weegautomaat

'weightlifting (Zelfstandig naamwoord)

the sport of lifting weights.
gewichtheffen

weigh anchor

to lift a ship's anchor in preparation for sailing.
het anker lichten

weigh in (Zelfstandig naamwoord)

wegen, zich laten wegen

weigh out

to measure out by weighing: “He weighed out six kilos of sand.”
afwegen

weigh up

to calculate, estimate; to consider: “He weighed up his chances of success.”
afwegen
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to weigh afwegen (ww.) ; gelden (ww.) ; met zorg wegen (ww.) ; van kracht zijn (ww.) ; wegen (ww.)
weigh het gewicht bepalen ; zwaar zijn
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `weigh`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: apply

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: weigh anchor NL: het anker lichten
EN: weigh down NL: (terneer)drukken NL: doen (door)buigen
EN: be weighed down by grief NL: onder verdriet gebukt gaan
EN: weigh in NL: gewogen worden (van jockey vóór wedren)
EN: weigh in with NL: in het midden brengen
EN: weigh out NL: uitwegen NL: gewogen worden (van jockey na wedren)
EN: weigh upon NL: (zwaar) drukken op NL: belasten
EN: weigh with NL: tellen bij NL: gewicht in de schaal leggen bij