Vertalingen twinkle EN>NL
1 to shine with a small, slightly unsteady light: “The stars twinkled in the sky.”schitteren2 (of eyes) to shine in this way usually to express amusement: “His eyes twinkled mischievously.”schitteren1 an expression of amusement (in one's eyes).schittering2 the act of twinkling.schittering© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to twinkle | flikkeren (ww.) ; flonkeren (ww.) ; fonkelen (ww.) ; getintel (ww.) ; glanzen (ww.) ; schijnen (ww.) ; sprankelen (ww.) ; stralen (ww.) ; tinteling (ww.) ; twinkelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `twinkle`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: flickerEN: gleamEN: glistenEN: reflectEN: shimmerEN: shineEN: sparkEN: sparkleEN: tinglingUitdrukkingen en gezegdes
EN: in a
twinkle (twinkling) of an eye
NL: in een ommezien