1. MWB
  2. Vertalen
  3. tall (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • tall > DE • tall > ES • tall > FR
Vertalingen tall EN>NL

1 (of people and thin or narrow objects such as buildings or trees) higher than normal: “a tall man/tree.”
lang, hoog

2 (of people) having a particular height: “John is only four feet tall.”
lang

'tallness (Zelfstandig naamwoord)

het hoge

a tall order

something very difficult to do: “Finding somewhere for fifty children to stay tonight is rather a tall order.”
een onredelijke eis

a tall story

a story which is hard to believe: “He is always telling tall stories.”
een sterk verhaal

tall is used especially of people, and of other (narrow) upright objects: a tall girl, tree, building.
high is used of objects that are a long way off the ground, or reach a great height: a high shelf, diving-board, mountain, wall.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tall flink ; rijzig ; reuze ; lang van postuur ; lang ; grote ; grootschalig ; groots ; groot ; fors ; enorm ; behoorlijk ; beduidend ; aanzienlijk ; aanmerkelijk ; hoog ; verheven ; opgeschoten ; opgaand
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `tall`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: elevated
EN: high
EN: high-ceilinged
EN: soaring
EN: towering

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: a tall story NL: 'n sterk, kras verhaal
EN: talk tall NL: opscheppen