1 to (let) stand in a liquid: “She soaked the clothes overnight in soapy water.”
weken

2 to make very wet: “That shower has completely soaked my clothes.”
doorweken

3 (within, ~into, ~throughetc) (of a liquid) to penetrate: “The blood from his wound has soaked right through the bandage.”
doordrenken

soaked (Bijvoeglijk naamwoord)

(often withthrough): “She got soaked (through) in that shower.”
doorweekt

-soaked

: “rain-soaked / blood-soaked clothing”
doordrenkt met

'soaking (Bijvoeglijk naamwoord)

very wet: “She took off her soaking garments.”
kletsnat

soaking wet

soaking; very wet: “I've washed my hair and it's still soaking wet.”
kletsnat

soak up

to draw in or suck up; to absorb: “You'd better soak that spilt coffee up with a cloth.”
opslorpen
© K Dictionaries Ltd.

to soak	drenken (ww.) ; zatlap (ww.) ; zachtmaken (ww.) ; weken (ww.) ; week maken (ww.) ; verweken (ww.) ; ontharden (ww.) ; inweken (ww.) ; in de week zetten (ww.) ; dronkeman (ww.) ; dronkelap (ww.) ; dronkaard (ww.) ; doorweken (ww.) ; doortrekken met vloeistof (ww.) ; afweken (ww.)
soak	aanhouden van oventemperatuur ; weekmaken ; week ; soppen ; laten weken ; indopen ; indompelen ; doordrenken in de zin van doorweken

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Horecagids; Autowoordenboek




EN: douse
EN: drench
EN: flood
EN: immerse
EN: saturate
EN: stand
EN: steep
EN: submerge
EN: wet
EN: wet through

EN: soak o.s. NL: z. verdiepen
EN: soaked NL: doornat NL: dronken
EN: soak into NL: doordringen in
EN: soak off NL: afweken, losweken
EN: soak through NL: doorsijpelen
EN: soaked through NL: doornat (with, van)
EN: soak up NL: (doen) opzuigen, inzuigen NL: opnemen NL: gretig in z. opnemen