1. MWB
  2. Vertalen
  3. smile (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • smile > DE • smile > ES • smile > FR
Vertalingen smile EN>NL
to show pleasure, amusement etc by turning up the corners of the mouth: “He smiled warmly at her as he shook hands”
glimlachen
an act of smiling, or the resulting facial expression: “'How do you do?' he said with a smile”
glimlach

'smiling (Bijvoeglijk naamwoord)

: “a happy, smiling face.”
glimlachend

be all smiles

to be, or look, very happy: “He was all smiles when he heard the good news.”
stralen
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to smile glimlach (ww.) ; glimlachen (ww.) ; glimlachje (ww.) ; grijnzen (ww.) ; lachje (ww.)
smile lach
Bronnen: interglot; MWB


Voorbeeldzinnen met `smile`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: beam
EN: smirk
EN: Zelfst. Naamw.

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: smile away NL: stil voor z. heen lachen
EN: smile (up)on NL: toelachen