Vertalingen beam EN>NL
1 a long straight piece of wood, often used in ceilings.balk2 a ray of light etc: “a beam of sunlight.”straal3 the greatest width of a ship or boat.grootste breedte1 to smile broadly: “She beamed with delight.”stralen2 to send out (rays of light, radio waves etc): “This transmitter beams radio waves all over the country.”uitzenden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to beam | kruishout (ww.) ; blaken (ww.) ; dwarsbalk (ww.) ; dwarshout (ww.) ; flikkeren (ww.) ; fonkelen (ww.) ; glanzen (ww.) ; glunderen (ww.) ; iets uitstralen (ww.) ; juk (ww.) ; balk (ww.) ; licht uitzenden (ww.) ; ritshout (ww.) ; schijnen (ww.) ; sprankelen (ww.) ; straal (ww.) ; straalbundel (ww.) ; stralen (ww.) ; stralenbundel (ww.) ; twinkelen (ww.) |
beam | ligger ; boom ; breedte ; bundel ; deel ; dekbalk ; evenwichtsbalk ; kettingboom ; korboom ; lichtbundel ; balk ; onderlegger ; overzenden ; plank ; ploegboom ; profielligger ; ribbe ; spaak ; straalbundel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra; SWOV onderzoek veiliger verkeer; Wakefield genealogy pages; MWB
Voorbeeldzinnen met `beam`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: floor joistEN: girderEN: grinEN: joistEN: lintelEN: plankEN: rafterEN: roof beamEN: roof joistEN: shaftUitdrukkingen en gezegdes
EN: ship on her
beam-ends
NL: kapseizend schipEN: broad in the
beam
NL: log gebouwd (schip) NL: zwaar in de heupen