Vertalingen RAID EN>NL
a sudden, short and usually unexpected attack: “The enemy made a raid on the docks”aanval, overval1 to make a raid on: “The police raided the gambling club.”aanvallen, overvallen2 to take things from: “I'm hungry †“ let's raid the fridge.”plunderen'raider (Zelfstandig naamwoord): “The raiders burned down all the houses.”overvallen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to raid | uitplunderen (ww.) ; overvallen (ww.) ; leegplunderen (ww.) ; bestormen (ww.) ; belegeren (ww.) ; attaqueren (ww.) ; aanvallen (ww.) |
the raid | de rooftocht (m) ; de strooptocht (m) ; de stormloop (m) ; de stormaanval (m) ; de run (m) ; de razzia ; de overval (m) ; de klopjacht ; de invasie (v) ; de inval (m) ; de attaque ; de aanval (m) |
raid | offensief |
RAID (Afkorting) | RAID (Afkorting) |
raid | politie-inval ; raid |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `RAID`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: assaultEN: attackEN: forayEN: incursionEN: invasionEN: manoeuvreEN: muggingEN: night raidEN: robberyEN: sortie