Vertalingen pray EN>NL
1 to speak reverently to God or a god in order to express thanks, make a request etc: “Let us pray”bidden2 to hope earnestly: “Everybody is praying for rain.”hopen'prayer (Zelfstandig naamwoord)(an) act of praying: “a book of prayer”gebed pray is a verb: to pray (not prey) for peace.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to pray | bidden (ww.) ; in gebed zijn (ww.) ; smeken (ww.) ; verzoeken (ww.) ; vragen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `pray`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: imploreUitdrukkingen en gezegdes
EN: what's the good of it,
pray?
NL: waar dient dat dan voor?EN: pray, be seated
NL: ga zitten, alsjeblieftEN: pray!
NL: toe!