Vertalingen soothe EN>NL
1 to calm, comfort or quieten (a person, his feelings etc): “She was so upset that it took half an hour to soothe her.”kalmeren2 to ease (pain etc): “The medicine soothed the child's toothache.”verzachten'soothing (Bijvoeglijk naamwoord)kalmerend, verzachtend'soothingly (Bijwoord)kalmerend, verzachtend© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to soothe | tot bedaren komen (ww.) ; wegsterven (ww.) ; voldoening geven (ww.) ; verzachten (ww.) ; vervriendelijken (ww.) ; verlichten (ww.) ; verflauwen (ww.) ; uitwoeden (ww.) ; tot kalmte manen (ww.) ; bedaren (ww.) ; sussen (ww.) ; luwen (ww.) ; lenigen (ww.) ; kalmeren (ww.) ; geruststellen (ww.) ; bevredigen (ww.) ; begeerte stillen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `soothe`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: calmEN: comfortEN: consoleEN: easeEN: pacifyEN: placateEN: reassureEN: relieve