Vertalingen possess EN>NL
to own or have: “How much money does he possess?”bezittenpos'session (Zelfstandig naamwoord)1 something which is owned by a person, country etc: “She lost all her possessions in the fire.”bezit, eigendom2 the state of possessing.bezitpos'sessive (Bijvoeglijk naamwoord)1 showing that someone or something possesses an object etc: “'Yours', 'mine', 'his', 'hers', 'theirs' are possessive pronouns”bezittelijk2 acting as though things and people are one's personal possessions: “a possessive mother.”bezitterigpos'sessively (Bijwoord)met een bezittelijke betekenis, bezitterigpos'sessiveness (Zelfstandig naamwoord)bezitterigheidpos'sessor (Zelfstandig naamwoord): “He is the proud possessor of a new car.”eigenaar© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to possess | beschikken over (ww.) ; bezitten (ww.) ; hebben (ww.) ; in eigendom hebben (ww.) |
possess | erop nahouden ; rijk zijn |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `possess`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: be in possession ofEN: be the owner ofEN: haveEN: have possession ofEN: holdEN: ownUitdrukkingen en gezegdes
EN: he carries on like one
possessed
NL: hij gaat te keer als een bezeteneEN: possess oneselves of
NL: in bezit nemenEN: be
possessed of
NL: bezittenEN: possessed by (with)
NL: bezeten door, vervuld van, behept metEN: what
possesses you?
NL: wat bezielt je?